plandag 2024 logo
Plandag 2024 Zwijndrecht

PlanDag 2024 – Storm en stilte

Hoog- en laagdynamische processen in de maatschappij en ons vakgebied – 30 mei 2024, Zwijndrecht (BE)

PlanDag 2024 geeft een moment van rust aan ruimtelijke professionals uit Nederland en België voor een stormachtige dialoog over de huidige ontwikkelingen in de maatschappij en ons vakgebied. In samenwerking met de Belgische gemeente Zwijndrecht willen we op donderdag 30 mei 2024 met jullie het spanningsveld tussen hoog- en laagdynamische aspecten van de fysieke omgeving, planningsprocessen en de samenwerking met stakeholders herontdekken. Dynamische processen zijn voor ruimtelijke professionals geen onbekend terrein. Echter, we lijken steeds vaker gevangen in een turbulente storm. De opgaven en de samenleving vragen actie. Het moet snel, sneller, snelst. Maar moeten we niet even rust nemen? Doen we nog wel de juiste dingen? En doen we de dingen nog juist? Samen met jullie gaan we op zoek naar manieren waarop we de groeiende turbulente dynamiek moeten en kunnen blijven verbinden met trage bewegingen.

Zwijndrecht logo

Rond het jaar 1930 maakte Albert Plesman, oprichter van de KLM, een vliegtocht boven het westen van Nederland. Hij observeerde een landschap bestaande uit een groot open gebied van weiden en akkers met aan de rand een groot aantal steden. Hij hanteerde hiervoor als eerste het begrip Randstad dat een kleine honderd jaar later nog altijd tot ver buiten Nederland bepalend is om de geografie van Nederland te beschrijven. Eigenlijk is dit best wel vreemd. De Randstad is immers een zeer dynamisch gebied dat de afgelopen eeuw grote veranderingen heeft ondergaan. De bevolking is verdrievoudigd waardoor bestaande steden groeiden en nieuwe steden tot wasdom kwamen. Het netwerk van trekvaarten werd vervangen door een spoornet, later aangevuld met een omvangrijk netwerk van autowegen. De Randstad kreeg stilaan kenmerken van een internationale metropool met snelgroeiende lucht- en zeehavens en snelle spoorverbindingen binnen Noordwest-Europa. En toch zit er ook een vorm van traagheid in deze dynamiek. De stedelijke structuur bouwt nog altijd voort op de steden die zijn ontstaan in de vroege middeleeuwen. Maar ook het open middengebied dat we vandaag het Groene Hart noemen, is onder andere door de specifieke veenbodem relatief bespaard gebleven van verstedelijking. Misschien ontmoedigen de robuuste en laagdynamische fysische kenmerken van het landschap het bouwen meer dan overheidsbeleid.

Het samengaan van hoog- en laagdynamische processen is niet nieuw in het vakgebied. De ruimtelijke professional kan teruggrijpen naar theoretische kaders. Faludi en Van der Valk (1994) introduceerden het begrip planning doctrine om zowel het robuust als het flexibel karakter van de concepten Randstad en Groene Hart te duiden. De gedachtenvorming rond planning doctrine was een aanleiding om in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen het concept Vlaamse Ruit te introduceren (Albrechts, 1998). Een vraag is in hoeverre het ontbreken van een robuuste laagdynamische fysische onderlegger ertoe heeft bijgedragen dat het concept Vlaamse Ruit minder succesvol is geworden dan het concept Randstad / Groene Hart. In de theorie heeft de doctrine plaatsgemaakt voor het meer actiegerichte kathedraalbouwers waarmee bijvoorbeeld verwezen wordt naar programma’s die decennialang lopen zoals het Sigmaplan (als reactie op de overstromingen in Vlaanderen van 1976) of Ruimte voor de Rivier (als reactie op de overstromingen in Nederland van 1996 en heeft deze winter succesvol zijn nut bewezen). Ook hier gaat het om een robuust basisconcept dat ruimte laat voor zowel lokaal maatwerk als voor wijzigingen in de context.

Het verhaal van de Randstad en de voorbeelden van decennialang lopende programma’s lijken ver verwijderd van de dagelijkse ruimtelijke ontwikkelingspraktijk waarin het spanningsveld tussen hoog- en laagdynamische processen groeit. Als ruimtelijke professionals lijken we vandaag steeds vaker gevangen in een turbulente storm. De samenleving of internationale afspraken vragen actie en in no time moeten we onder andere nieuwe woningen in stadswijken bouwen, dorpskernen leefbaar houden, nieuwe energienetten aanleggen, de publieke ruimte klimaatbestendig inrichten, nieuwe bossen aanplanten en de inname van open ruimte beperken. Er moet veel gebeuren. En liefst ook zo snel mogelijk. Die grote opgaven creëren onrust bij bewoners of andere betrokkenen. Het is een stevige uitdaging om bewoners mee te krijgen met alle nieuwe doelen en trends die we als ruimtelijk professional worden geacht te volgen. Dikwijls is er onvoldoende tijd om koppelkansen te vinden, het gesprek aan te gaan en zo betere en meer gedragen oplossingen te ontwikkelen. Het inbouwen van een rustmoment in planningsprocessen is een luxe die te weinig wordt gegund. Soms ontbreekt ook de tijd om grote veranderingen op het niveau van een perceel, straat of buurt te linken aan het historisch en lange termijn ontwikkelingsproces op grotere schaal. De betekenis van lokale dynamiek voor landschap, stad of regio raakt zo op de achtergrond. De casus Polder De Esch in Rotterdam illustreert dit (Van Veelen, 2023). De Esch is een piepklein natuurgebied aan de noordkant van de Maas dat kenmerkend is voor het oeroude rivierenlandschap. De polder vormt zo een historisch baken van rust in de stad en een klein paradijs voor vogels. Door de geplande woningbouwontwikkelingen aan beide zijden van de Maas moet de polder vandaag plaatsmaken voor een nieuwe brugverbinding. In zijn essay betreurt Van Veelen het verdwijnen van een “duizenden jaren oude handtekening”.

Tegelijk merken we dat de laagdynamische fysische processen, de dynamische economische ontwikkelingen een halt toeroepen. Zo zorgde de overschrijding van biologische stikstoflimieten voor een vergunningenstop in zowel België als Nederland. Ook droogte heeft een steeds grotere greep op economische sectoren. De achteruitgang van laagdynamische fysische processen hebben dus een directe invloed op de versnelling die we wensen in te zetten en we worden gedwongen meer oog te hebben voor deze trage processen in onze planvorming. De droge delta in Vlaanderen, het LABOruimte onderzoek naar droogte, bewijst dat we door ontwerpend onderzoek deze fysische processen terug centraal kunnen stellen in onze planningscultuur.

Het thema van PlanDag 2024 is Storm en stilte. Ons vakgebied bevindt zich in een storm die om stilte vraagt. Doen we nog wel de juiste dingen en doen we de dingen nog juist in onze fysieke leefomgeving? Hoe zorgen we ervoor dat we ondanks de dagelijkse snel, sneller, snelst dynamiek alle belanghebbenden betrekken en ook oog blijven houden voor trage fysische processen die we nodig hebben om snelle bouwprocessen te verankeren? Hoe kunnen we opnieuw rustmomenten inbouwen in planprocessen? En welke methoden en instrumenten hebben we hiervoor tot onze beschikking? Hierover willen we graag met jullie in discussie tijdens PlanDag 2024.

Referenties

Albrechts, L. (1998). The Flemish diamond: Precious gem and virgin area, European Planning Studies, 6:4, 411-424
Faludi, A. en Van der Valk, A. (1994). Rule and Order. Dutch Planning Doctrine in the Twentieth Century. The GeoJournal Library, volume 28: Springer Science Business Media.
Musterd. S. en De Pater, B. (1992). Randstad Holland. Internationaal, regionaal, lokaal. Uitgeverij Van Gorcum, Assen.
Van Veelen, A. (2023). ‘Niet mijn achtertuin’ is een uitstekend argument. De correspondent. Gelezen op 13 december 2023 op https://decorrespondenent.nl

Vraagstukken

Doe mee aan de discussie over het spanningsveld tussen hoog- en laagdynamische aspecten in de ruimtelijke ontwikkelingspraktijk! En help mee een succesvolle praktijk te versterken.
Zet uw ruimtelijke kennis en ervaring bijeen in een bijdrage voor PlanDag 2024. Dat kan aan de hand van een paper, praktijkbeschrijving of opinie. Hieronder schetsen we een aantal vraagstukken die u kunnen inspireren om uw eigen praktijk- of onderzoekservaring binnen het thema Storm en stilte te plaatsen.

Storm en stilte: ons vakgebied

  • Is de ruimtelijke professional voldoende uitgerust om snelheid en traagheid te verbinden?
  • Welke competenties vormen een vaste waarde voor de ruimtelijke professional? Welke competenties waren / zijn vluchtig van aard?

Storm en stilte: de fysieke leefomgeving

  • Hoe vertaalt de spanning tussen hoog- en laagdynamische processen zich in de fysieke leefomgeving.
  • Hoe gaat een ruimtelijke professional om met de spanning tussen trage en snelle veranderingen in de fysieke leefomgeving?

Storm en stilte: planningsprocessen en stakeholders

  • Wordt er vandaag gewerkt aan nieuwe ‘kathedraalplannen’? Op welke manier?
  • Er worden door meerdere partijen specifieke vragen gesteld die een antwoord vergen met een onderscheidend tempo. Hoe kan een ruimtelijke professional hiervoor ruimte maken in een planningsproces?
  • Hoe landen hoog- of laag dynamische plannen in de praktijk en realiteit, wetende dat grote opgaven onrust kan creëren bij bewoners of andere betrokkenen?

Storm en stilte: planningsinstrumentarium en methodes

  • Welke inhoudelijke concepten en principes hanteert een ruimtelijke professional om snelle en trage ontwikkelingen te koppelen?
  • Laat het huidige instrumentarium de ruimtelijke professional toe om rustpunten in te bouwen in weerbarstige processen?
  • Welke ‘kathedraalplannen’ werken vandaag nog steeds door? Wat onderscheidt hen van andere?
  • Zorgt het ruimtelijk instrumentarium nog voor voldoende robuustheid en flexibiliteit?