plandag 2024 logo
Plandag 2024 Zwijndrecht

NIEUWE ZEKERHEID

 

“Everyone wants progress, but no one wants change.”
Søren Kierkegaard, filosoof

De huidige generatie ruimtelijke professionals is groot geworden met het idee dat het leven bol staat van onzekerheden. In ons vakgebied hebben we hier gewoonweg maar mee om te gaan. De Nederlandse professor Goudappel deelde in 1973 tijdens zijn inauguratierede onder de titel “handelen in onzekerheid” een behoorlijke tik uit richting zijn vakgenoten. Hij stelde dat “de zekerheid in de vormgeving van de materiële omgeving […] een catastrofale invloed heeft uitgeoefend op het ruimtelijk welbevinden”. En met cynische ondertoon stelde hij de vraag of we de “limits of growth” zo zoetjesaan niet moeten zoeken in de “limits to planning”. De doorbraak van het marktdenken in de jaren 1980 en 1990 maakt een definitief einde aan het idee dat planning zekerheid kan geven. En binnen de ruimtelijke professie is “omgaan met onzekerheid” vandaag een veel beschreven onderwerp. We hebben te maken met wicked problems (Dehaene et. al., 2014). We zoeken oplossingen via het veerkrachtprincipe (Tempels, 2013). We betogen dat adaptieve planning landschappen levert die “zichzelf ontvouwen” (Rauws et. al., 2018). En we zien nood in “further co-evolutionary research” (Boelens en De Roo, 2016).

Net nu we binnen onze ruimtelijke professie de onzekerheid lijken te hebben omarmd, ontstaat in de maatschappij en politieke middens een nieuwe roep om zekerheid. De ingrepen die nodig lijken om een antwoord te bieden op maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering, luchtkwaliteit, (de)globalisering, digitalisering of (in Vlaanderen) de bouwshift maakt mensen onzeker. De houvast en zekerheid om met de auto naar het werk te kunnen gaan, ’s-zomers een weekje te vertoeven op een zonbestemming of aan de rand van het dorp het huis van je dromen te kunnen bouwen lijkt weg te vallen. Evenals de mogelijkheid om betaalbaar te kunnen wonen in de stad of veilig het openbaar vervoer te kunnen gebruiken. Het zijn zaken die mensen onrustig maken.

De ruimtelijke professional balanceert regelmatig op een dun koord hoog in de circuspiste. Het klopt dat de grote transities onzekerheden genereren. En dat ze diep ingrijpen op het dagelijks leven. Uiteraard willen we ervoor zorgen dat mensen goed kunnen blijven wonen, goed kunnen eten, zich kunnen blijven verplaatsen, … maar de evidenties die decennialang ten grondslag lagen aan deze opgaven zijn weg. We zijn nog bezig de principes en regels waarop we onze planning stoelen opnieuw uit te vinden. Hoog tijd dus om na te gaan wat de (on)zekerheid bij de bevolking betekent en hoe deze zich verhouden met de (on)zekerheden van de ruimtelijke professional.

De vraag stelt zich in hoeverre we als ruimtelijke professionals vandaag nog wegkomen met een discours over onzekerheid terwijl de roep om zekerheid groeit. Tijden veranderen en de ruimtelijke professional zal moeten meebewegen met de kenmerken die binnen elk tijdsgewricht van tel zijn. De positie die de ruimtelijke professional doorgaans inneemt, kan bij groepen in de samenleving elitair en bedreigend overkomen. Of het nu gaat over de bouwshift, verdichtingsprojecten, stadscentra autovrij maken of wonen nabij stations. Het zijn onderwerpen waarbij we steeds op korte termijn en op individueel niveau inspanningen van mensen vragen. En dit terwijl de positieve effecten vaak pas op lange termijn en macroniveau merkbaar zijn.

Zeker in (corona)crisistijd

Het thema van Plandag 2020 is nieuwe zekerheid. De uitbraak van de Covid-19 pandemie werpt ongetwijfeld een nieuwe blik op dit thema. Het bestuur van de Plandag voegt daarom een vraagstuk toe aan het thema nieuwe zekerheid om een eerste debat op gang te trekken over de betekenis van Covid-19 op ons vakgebied.

In Vlaanderen heeft de regering stel op sprong een aantal beslissingen genomen. Dit om zekerheid te geven. Een eerste beslissing betreft een nooddecreet om snel tijdelijke ziekenhuisbouw te faciliteren. Een tweede beslissing betreft een noodbesluit voor de omgevingsvergunning die een opschorting van alle openbare onderzoeken regelt. In Nederlands is, mede door de Covid-19 pandemie, besloten om de invoering van de Omgevingswet uit te stellen.

De ruimtelijke professional kijkt natuurlijk ook verder. De concepten, principes en normen die we promoten zijn in een ander daglicht komen staan. Bewoners van tiny houses zullen zich de laatste tijd beklaagd hebben. Maar hoeveel zekerheid bieden concepten als compact bouwen nog? En is de publieke ruimte (stoepbreedte, …) robuust genoeg voor “social distancing”?

En wat leren we uit de crisis voor de bestuurlijke aanpak? Sommigen beweren dat bestuurders eindelijk nog eens het advies van experten te harte namen en op basis hiervan snel en doortastend zekerheid konden bieden. Anderen stelden zich echter vragen en zagen een uitholling van het democratisch bestel en een gebrek aan maatwerk. Welke lessen trekt u?

De ruimtelijke professional balanceert regelmatig op een dun koord hoog in de circuspiste. Het klopt dat de grote transities onzekerheden genereren. En dat ze diep ingrijpen op het dagelijks leven. Uiteraard willen we ervoor zorgen dat mensen goed kunnen blijven wonen, goed kunnen eten, zich kunnen blijven verplaatsen, … maar de evidenties die decennialang ten grondslag lagen aan deze opgaven zijn weg. We zijn nog bezig de principes en regels waarop we onze planning stoelen opnieuw uit te vinden. Hoog tijd dus om na te gaan wat de (on)zekerheid bij de bevolking betekent en hoe deze zich verhouden met de (on)zekerheden van de ruimtelijke professional.

De vraag stelt zich in hoeverre we als ruimtelijke professionals vandaag nog wegkomen met een discours over onzekerheid terwijl de roep om zekerheid groeit. Tijden veranderen en de ruimtelijke professional zal moeten meebewegen met de kenmerken die binnen elk tijdsgewricht van tel zijn. De positie die de ruimtelijke professional doorgaans inneemt, kan bij groepen in de samenleving elitair en bedreigend overkomen. Of het nu gaat over de bouwshift, verdichtingsprojecten, stadscentra autovrij maken of wonen nabij stations. Het zijn onderwerpen waarbij we steeds op korte termijn en op individueel niveau inspanningen van mensen vragen. En dit terwijl de positieve effecten vaak pas op lange termijn en macroniveau merkbaar zijn.

De ruimtelijke professional heeft er ongetwijfeld baat bij om ook op korte termijn realisaties neer te zetten waarvan mensen het gevoel hebben van “hé dat is fijn, dat geeft zekerheid dat ik mijn leven goed kan leven”. Tegelijk moeten we ook moeilijkere vraagstukken tastbaar maken en sneller het gevoel geven dat we als ruimtelijke professional in staat zijn de boel te organiseren en effectief vooruitgang te boeken.

De PlanDag 2020 heeft als thema “nieuwe zekerheid”. Hoe gaan we als ruimtelijke professionals om met de maatschappelijk behoefte aan meer zekerheid? In hoeverre is het huidig paradigma van “plannen in onzekerheid” hierin een sta-in-de-weg? Of kunnen we in een onzekere context best nog wel zekerheden bieden? Is het überhaupt mogelijk om te plannen voor zekerheid? En moet ruimtelijke planning niet gewoon wat populistischer worden? Hoe maak jij de vertaalslag van abstracte opgaven zoals slimme steden of circulaire economie naar de leefwereld van “gewone mensen”? En ben jij in staat ook tastbare resultaten neer te zetten waar ze blij mee zijn, die vertrouwen scheppen en zekerheid bieden?

Hierover willen we graag met u in debat tijdens de PlanDag 2020.

 

Vraagstukken

We nodigen u als ruimtelijke professional uit om tegen de achtergrond van het spanningsveld tussen het paradigma van plannen met onzekerheid en de maatschappelijk vraag naar meer zekerheid een paper, praktijkbeschrijving of opinie te schrijven. Hieronder schetsen we een aantal vraagstukken die u kunnen inspireren om uw eigen praktijk- of onderzoekservaring binnen het vraagstuk van de nieuwe zekerheid te plaatsen.

 

  • Zeker leven

    Mensen zijn doorgaans verknocht aan hun leefomgeving. Hoe komt dat? Gaat het enkel over rechtszekerheid of over iets anders? Over welke tastbare zaken gaat dat dan? Kunt u de drijfveren achter weerstand tegen verandering in de leefomgeving benoemen en verklaren? Hoe gaat u daarmee om? Voelt de ruimtelijk professional de onderstroom voldoende aan, is hij/zij in staat voorbij het elitaire te handelen en hoe doe je dat?

  •  

  • Zeker plannen

    Kunnen we mensen door ruimtelijk beleid en ingrepen in de fysieke leefomgeving zekerheid bieden? Hebben we hiervoor de juiste planningsmechanismen? Zijn we als ruimtelijke professionals doorgeschoten in het denken dat alles in de wereld complex en onzeker is? Krijgt u uw opdrachten voldoende tastbaar uitgelegd? En wees eerlijk, zou ook u niet liever gewoon weer huizen bouwen en parken aanleggen?

  •  

  • Zeker oplossen

    Kan de ruimtelijke professional nog dingen voor elkaar krijgen? Staat het complexere en versplinterde maatschappelijke en politieke landschap hier in de weg? Kunnen we omgaan met de verschillende ritmes in de samenleving? Of biedt de vraag naar zekerheid een nieuwe ‘window of opportunity’ om nog eens iets te realiseren? En welke betekenis heeft ruimtelijke planning nog in de samenleving van vandaag?

  •  

  • Zeker weten

    Welke rol spelen kennis en creativiteit in het huidige tijdsgewricht? Kunnen deze onzekerheid reduceren of jagen ze mensen enkel maar angst aan? Welke kennis en creativiteit hebben we nodig en zet u in om ruimtelijke vraagstukken aan te kaarten?

  •  

  • Zeker niet alles

    Buiten de vragen hierboven, heeft u ongetwijfeld nog interessante verhalen of inzichten die verband houden met het thema. Houd u niet in, klim in de pen en verras uw vakgenoten met een boeiende paper, verrassende praktijkbeschrijving of prikkelende opinie.

  • Boelens, L. en De Roo, G. (2016) Planning of undefined becoming: from poststructuralism towards actor-relational opportunities. In: Planning theory, volume: 15-1
  • Dehaene, M., De Vree, D. en Dumont, M. (2014) Studie naar modaliteiten van verandering en ruimtelijke transformaties. Departement Ruimte Vlaanderen: Brussel
  • Goudappel, H.M. (1973). Handelen in onzekerheid: notities over een veronachtzaamd aspekt in de ruimtelijke planning. Eindhoven: Technische Hogeschool Eindhoven
  • Tempels, B. (2013). Veerkracht en ruimtelijke planning. In: Agora 2013-4
  • Rauws, W., Zuidema, C., De Roo, G. (2018). Adaptieve planning voor een zelfontvouwend landschap. In: ROmagazine 11-2018